Vouwen is een techniek die wordt gebruikt in sommige soorten gebak, pannenkoeken, slagroomtaarten en andere gebakken producten. Het is meestal een licht luchtig beslag - zoals geslagen eiwit of slagroom - gevouwen in een zwaarder cakebeslag of een pudding- of wrongelmengsel. Roeren zou het lichtere beslag breken en veel van de lucht zou verloren gaan.
Vouwen is eigenlijk heffen en scheppen terwijl je de kom draait. De beweging neemt de slagmensen op terwijl het luchtige wit of de slagroom niet kapot gaat.
Er zijn een paar manieren om te vouwen.
1. Snij met een grote rubberen spatel door het midden van het beslag. Breng het onderste beslag met een golfachtige beweging naar boven. Draai de kom ongeveer een kwartslag en herhaal totdat er geen witte strepen meer zijn.
2. Schaaf de zijkant van de kom af met een grote rubberen spatel naar het midden toe, breng een beslag uit de bodem en kantel het om. Herhaal, de schaal telkens ronddraaiend, totdat er geen witte strepen meer overblijven.
3. Er kan ook een grote garde worden gebruikt, maar de bewegingen moeten zacht en zeer traag zijn.
Een paar tips
- Begin met ongeveer een kwart van het lichtere mengsel, vouw het erin en voeg dan het resterende lichtere mengsel toe.
- Vouw altijd het lichtere mengsel in het zwaardere mengsel.
- Niet roeren of haasten met vouwen.
- Eiwit moet worden geslagen tot stijve, maar niet tot droge pieken, en slagroom moet tot middelgrote pieken worden geslagen.
Je zou ook leuk kunnen vinden